Zoek op deze site met FreeFind

Beitem tijdens de prehistorie

Reconstructie-tekening van een dorp uit het bronstijdperk.
Reconstructie-tekening van een dorp uit de Bronstijd (2000 - 800 vóór Christus).

Over de tijd vóór onze tijdrekening (de zogeheten prehistorie en protohistorie) van Beitem is - tot nu toe althans - niets bekend, en dit om twee voor de hand liggende redenen: er zijn op het grondgebied van het dorp nooit toevallige vondsten gedaan uit het voorhistorisch tijdperk, én er is tot dusver evenmin ergens een ernstig archeologische bodemonderzoek verricht.

Dat in een ver verleden mensen hier tijdelijk verbleven of zich vestigden is echter niet zo denkbeeldig. In onze omgeving, zelfs in de onmiddelijke nabijheid van Beitem, zijn namelijk hier en daar, bij oudheidkundige opgravingen, voorwerpen en resten van bewoning ontdekt, die de aanwezigheid of minstens de doortocht verraden van mensen, al héél lang vóór onze tijdrekening.

Archeoloog J. Goderis toont beenderen van dieren gevonden in de kleigroeve in Oekene (Foto: Het Laatste Nieuws, 6 mei 2011).
Archeoloog J. Goderis toont beenderen van dieren uit de kleigroeve in Oekene (Foto: Het Laatste Nieuws)

Die archeologische opgravingen zijn sinds 1979 al verricht op verscheidene plaatsen op het grondgebied van Groot-Roeselare, met name door de Vereniging voor Oudheidkundig Bodemonderzoek West-Vlaanderen (VOBoW), in samenwerking met de Werkgroep Archeologie Roeselare (WAR) en het Geschiedkundig Genootschap van de stad (GOGRO). Dat alles gebeurde onder de stuwende leiding van de Rumbeekse oudheidkundige Jozef Goderis.

De tijdvakken in de prehistorie (Bron: Wikipedia)
Tijdvakken in de prehistorie, chronologisch
van onder naar boven! (Bron: Wikipedia)

Alvorens de resultaten van dat oudheidkundig bodemonderzoek te bekijken is het noodzakelijk om een historisch overzicht te geven van de prehistorie en de protohistorie (tot de vroege Romeinse Tijd, 12 vóór Christus) in het algemeen om de diverse vondsten chronologisch te situeren. De periode vóór onze tijdrekening is ingedeeld in aparte archeologische tijdvakken, die zich onderscheiden door veranderingen bij de mensen (gebruiken, levenswijze, cultuur en organisatie). Chronologisch zien die perioden er ongeveer uit als volgt:

  1. Paleolithicum of Oude Steentijd (nomaden jagers - verzamelaars groot wild)
    • Vroeg: ca. 3 miljoen tot ca. 300.000 jaar v. Chr.
    • Midden: 300.000 tot ca. 35.000 jaar v. Chr.
    • Laat: 35.000 tot ca. 8.000 jaar v. Chr.

  2. Mesolithicum of Midden Steentijd (na de laatste ijstijd: nomaden jagers - vissers - verzamelaars)
    • Vroeg: 8.000 tot 7.100 jaar v. Chr.
    • Midden: 7.100 tot 6.450 jaar v. Chr.
    • Laat: 6.450 tot 4.500 jaar v. Chr.

  3. Neolithicum of Nieuwe Steentijd (boeren: veeteelt/akkerbouw - huizenbouwers - aardewerk)
    • Vroeg: 4.500 tot 4.200 jaar v. Chr.
    • Midden: 4.200 tot 2.850 jaar v. Chr.
    • Laat: 2.850 tot 2.000 jaar v. Chr.

  4. Bronstijd (boeren: eerste metalen werktuigen/wapens/sieraden - grafheuvels)
    • Vroeg: 2.000 tot 1.800 jaar v. Chr.
    • Midden: 1.800 tot 1.100 jaar v. Chr.
    • Laat: 1.100 tot 800 jaar v. Chr.

  5. IJzertijd (Kelten: ijzeren gebruiksvoorwerpen - boeren - clans - urnenvelden)
    • Vroeg: 800 tot 500 jaar v. Chr.
    • Midden: 500 tot 250 jaar v. Chr. (Hallstatt-periode)
    • Laat: 250 tot 12 jaar v. Chr. (La Tène-periode)

De Oude Steentijd (Paleolithicum)

Het pijltje wijst de plaats aan van de opgravingen in de kleigroeve in Oekene (Google Satellite Map)
Het pijltje wijst de plaats aan van de opgravingen in de kleigroeve in Oekene (Google Satellite Map).

Tijdens opgravingen, tussen 2009 tot 2012, werd door leden van VOBOW en WAR - o.l.v. de archeoloog Jozef Goderis - aan de Rennevoordestraat in Oekene, in een vroegere kleigroeve een spectaculaire vondst gedaan, een van de oudste van West-Vlaanderen. De archeologen vonden beenderen terug van diersoorten, die door extreme klimaatswijzigingen uitstierven aan het einde van de Oude Steentijd, ongeveer 10.000 jaar geleden:

    Zo zag de uitgestorven wolharige mammoet (Coelodonta antiquitatis) er uit.
    Zo zag de uitgestorven wolharige mammoet ("Coelodonta antiquitatis") er uit.

  • een wolharige mammoet ("Coelodonta antiquitatis"), ongeveer zo groot als de hedendaagse Afrikaanse olifanten;

    Dijbeen van een steppebizon (Foto: J. Goderis)
    Dijbeen van een steppebizon (Foto: J. Goderis).
    Hoorn van een steppebizon (Foto: J. Goderis)
    Hoorn van een steppebizon (Foto: HLN).

  • een stuk hoorn van een steppe wisent ("Bison Priscus"), een dier dat op de moderne bizon lijkt;
  • een holenleeuw ("Panthera spelaea").

Tijdens onderzoek op het grondgebied Roeselare heeft archeoloog Jozef Goderis ook een 5-tal silex-werktuigen, o.m. boordschrabbers, aangetroffen. Deze voorwerpen werden gebruikt door rondtrekkende jagers, op zoek naar voedselbronnen in de Mandelvallei. De werktuigen zijn ongeveer 35.000 jaar oud en dateren dus uit de Oude Steentijd (Paleolithicum).

De Midden Steentijd (Mesolithicum)

Stenen werktuig, waarvan de randen werden aangescherpt door het afslaan van schilfers (= Levailloistechniek).
Stenen werktuig, waarvan de randen werden aangescherpt door het afslaan van schilfers, de
zogeheten Levailloistechniek. (Bron: poster VOBoW)

Onderzoek vanaf 1983 door Jozef Goderis op de Zilverberg en door D. Calmeyn in 1996 op de oevers van de Rumbeekse Regenbeek bracht de aanwezigheid aan het licht van nomaden in de Midden-Steentijd (Mesolithicum), circa 7.100 tot 6.450 jaar v. Chr.

Een benen voorwerp dat door voorhistorische mensenhanden is vervaardigd, bewerkt en/of gebruikt (Bron: VOBoW).
Benen voorwerp dat door voorhistorische mensenhanden in Oekene is vervaardigd, bewerkt
en/of gebruikt (Bron: VOBoW).

Jozef Goderis vond gebruiksvoorwerpen, 2 vuurstenen/silexen en een artefarct in been, die duiden op menselijke aanwezigheid tijdens de Midden-Steentijd (Mesolithicum). Deze objecten, die dateren van minstens 8.000 jaar vóór onze tijdrekening, zijn vrij uniek omdat er toen enkel sprake was van jagers en voedselplukkers die een nomadisch bestaan leidden. Doordat ze geen vaste woonplaats hadden, zijn er bijzonder weinig resten van die voorouders terug te vinden.

De Nieuwe Steentijd (Neolithicum)

De archeologische site van de Zilverberg op een Google-satellietfoto.
De archeologische site van de Zilverberg (Bron: Google satellietopname).

Tijdens archeologische opgravingen door de V.O.B.o.W. en de WAR, tussen 2002 en 2006, op de noordelijke flank van de Zilverberg-Bergmolens, op een terrein langs de Bergstraat, vlak voor de villa "'t Eksternest", zijn de resten blootgelegd van een nederzetting van landbouwers en veetelers. Het gaat, volgens J. Goderis, om de oudste nederzetting ooit in groot-Roeselare gevonden.

Reconstructie van de 28 palen van een bouwwerk in de nederzetting op de Zilverberg (Foto: V.O.B.o.W.)
Reconstructie van de 28 palen van een bouwwerk in de nederzetting op de Zilverberg (Foto: V.O.B.o.W.).

De archeologen vonden 28 gevonden paalsporen als restanten van een bouwwerk, opgetrokken in hout, leem en stro, hoofdzakelijk daterend uit de overgangsperiode van de Nieuwe Steentijd (Neolithicum) naar de Bronstijd (tussen 2290 en 2130 vóór Christus).

De metalen pijlers op de plaats van de nederzetting uit het steentijdperk, als blijvende herinnering.
De metalen pijlers op de plaats van de nederzetting uit het steentijdperk, als blijvende herinnering.

Precies bovenop de plaats van de 28 gevonden prehistorische paalsporen zijn nu metalen pijlers ingeplant door het "art in situ" team van F.Callebert. Niet bedoeld als een reconstructie, maar als een herinnering...

Blijkens een aantal scherven (van een voorraadpot, een kruikamfoor, een wrijfschaal) en van luxe aardewerk ("terra sigillata") liep de bewoning van de nederzetting kennelijk door tot in de Gallo-Romeinse tijd (eerste eeuwen van onze tijdrekening). Eveneens werden enkele potscherven met rolstempelversiering aangetroffen uit de Merovingische (5de-8ste eeuw) en Karolingische (9de-10de eeuw) periode.

De Bronstijd

Huizen van een nederzetting uit het bronstijdperk.
Huizen van een nederzetting uit de Bronstijd.

Vanaf het einde van de Nieuwe Steentijd (Neolithicum), vanaf 2000 vóór Christus tot het begin van onze tijdrekening, gingen de rondwervende jagers, vissers en voedselverzamelaars een meer sedentair leven leiden. Nabij de Mandel ontstonden de eerste permanente nederzettingen met landbouw (voedselteelt). Er werden werktuigen in silex/vuursteen gevonden van deze eerste echte bewoners. Het gaat om gepolijste bijltjes, messen, klingen, schrabbers, boortjes, pijlpunten en dwarspijlen.

Een grafcirkel, restant van een grafheuvel, die dagtekent van de bronstijd.
Een grafcirkel, restant van een grafheuvel, die dagtekent van de bronstijd (Bron: V.O.B.o.W.)

Tijdens archeologische proefsleufonderzoeken (1997-2001) door V.O.B.o.W, GOGRO en WAR, o.l.v. Johan Termote en Jozef Goderis, op het bedrijventerrein Lekken-Mandel aan de Mandelstraat in Rumbeke, kwamen scherven van voorraadpotten in aardewerk aan de oppervlakte, afkomstig van een nederzetting uit de Midden-Bronstijd.

Vanaf 2005 tot 2007 werd dit terrein verder onderzocht door 2 archeologen. Zij stelden vast dat daar in de Bronstijd een grafmonument was aangelegd. Dat bestond aanvankelijk uit een heuvel, waaronder de crematieresten van de overledene in een urne werden begraven. Als gevolg van erosie en eeuwenlange landbouwactiviteiten verdween de heuvel langzamerhand. Enkel een cirkelvormige gracht (16 m. diameter), die was gegraven rond de heuvel, bleef bewaard. Alleen al in West- en Oost-Vlaanderen zijn, dankzij luchtfoto’s, circa 1.000 soortgelijke grafmonumenten gekend. Ze dagtekenen hoofdzakelijk uit de Vroege- en Midden-Bronstijd.

Reconstructie van een nederzetting uit het neolithisch tijdperk.
Reconstructie van een nederzetting uit het neolithisch tijdperk (Bron: euratlas.com).

    Disclaimer     © Copyright 2014- . Alle rechten voorbehouden. Contact: willem.wylin@telenet.be