|
Beythem Statie op een oude postkaart. Op de achtergrond de herberg "in Beythem Statie" en bijhorende paardenstal. Sinds 1754, tijdens de Oostenrijkse Overheersing, was het huidige dorp Beitem een eerste keer ontsloten door de kasseiweg Brugge-Roeselare-Menen. In de 19de eeuw kwam daar het spoorverkeer bij. In 1846 begon de private maatschappij van de 'West Vlaenderschen Yserenweg ' met het aanleggen van de spoorlijn Brugge-Roeselare-Kortrijk, die werd ingehuldigd op 14 juli 1847. Stoomlocomotief voor het Westvlaams spoorwegennet, o.m. de spoorlijn 65 Roeselare - Menen. Gebouwd in 1891 in Luik (Bron: Paul Kevers, samensteller van een boeiende website over de Belgische spoorlijnen). Vanaf 14 oktober 1889, het jaar van de oprichting van de nieuwe parochie Beitem, werd er vanuit het station van Roeselare een aftakking geopend, de spoorlijn 65, die richting Menen liep. Lengte: 20 km. Vanuit Menen konden de treinen verder doorrijden over de Franse grens, via Halluin, Roncq naar Tourcoing. De totale lengte bedroeg: 33,7 km. De houten rijtuigen van de stoomtrein Roeselare - Menen op een oude postkaart. In 1906 werden de spoorwegen in West-Vlaanderen overgenomen door de Belgische Staatsspoorwegen (de huidige NMBS). De lijn werd nooit geëlectrificeerd. Het ging om stoomlocomotieven, met houten zogeheten GCI-rijtuigen voor de reizigers. Duitse soldaten in Beitem-statie, tijdens WO I. Rechts is op een treinwagon de naam "Beythem" geschreven. "Pour la petite histoire". Tijdens de 1ste Wereldoorlog, op 13 juli 1917, passeerde (en hield er allicht halt...) in het station van Beitem een trein met een bataljon Duitse soldaten, waaronder Adolf Hitler. Na deelname aan de bloedige veldslag aan de Somme bij Arras (Frankrijk) verpoosde het bataljon vanaf 24 juni een kleine 3 weken in Ardooie. Ledegem-statie op een postkaart van vóór de 1ste Wereldoorlog 1914-1918. Op 13 juli namen Hitler en zijn companen de trein in Roeselare, stapten uit in Ledegem-statie om vandaar verder te marcheren naar Geluveld, om zich voor te bereiden op de 3de Slag van Ieper, internationaal beter bekend als de Slag om Passendale ('Passchendaele ' is bij de Britten nogal altijd een mythische naam in hun vaderlandse geschiedenis), die in alle hevigheid losbarstte op 31 juli (Bron: Siegfried Debaeke. Hitler. Soldaat in de Westhoek. Brugge, De Klaproos, blz. 205). Kaart met de spoorlijn 65 tussen Roeselare en Menen, met stopplaats in o.m. Beitem. Tussen Roeselare en Menen waren er stopplaatsen aan de Meiboom - De Zilverberg - Beitem - Ledegem/Dadizele en de Kezelberg (Moorsele), - Bruggepoort (Menen, met verbinding naar Kortrijk). De halte in Beitem was niet ter hoogte van 'de platse ', maar van de Meerlaan-wijk, in de Statiestraat (de huidige Ieperseweg). Een 'mazoutje ' van het type 553 dat in Beitem passeerde. In 1948 werd de stoomtrein, voor het reizigersvervoer, opgevolgd door het 'mazoutje ', dat was een breed tramachtig treintje met dieselmotor. Het ging om motorwagens van het type 551 en 553, die na de 2de Wereldoorlog werden geschilderd in twee tinten groen. Aankomst van Briek Schotte, de winnaar van het WK Wielrennen in 1950 in Moorslede (Foto: Ludo Depoortere). Twee jaar later, op zondag 20 augustus 1950, kreeg Beitem-statie nationale bekendheid: er werden vanuit alle grote steden speciale treinverbindingen ingezet voor de talloze sportliefhebbers, die kwamen kijken naar het WK wielrennen op de weg (Moorslede), bij de profs gewonnen door de laatste grote Flandrien Briek Schotte, die ontsnapte naar het einde uit een kopgroep van acht man en zo voor de tweede maal wereldkampioen werd. De dienstregeling van de lijn 65 in 1949. De eerste trein uit Roeselare stopte 's morgens al om 5u.55'' aan Beitem Statie... (Bron: Paul Kevers) Ik herinner me nog de dienstregelingen in de krant "Het Laatste Nieuws" voor Brussel-Beitem, Antwerpen-Beitem, Gent-Beitem, enz. En ik zie nog voor me de massa's mensen die de hele voormiddag van het station van Beitem naar 'De Steenbakkerij ' trokken om zich op te stellen in een van de vele rijen, aan weerszijden van het parcours aan de Meensesteenweg. Het station van Roeselare in het begin van de 20ste eeuw. Op 8 oktober 1950 werd het reizigersvervoer tussen Roeselare en Menen stopgezet. Op de verbinding tussen Menen - Halluin - Pellegrin - Roncq - Tourcoing reed nog wél elke dag één reizigerstrein, heen en weer, tot in 1955. Het station van Menen aan het einde van de 19de eeuw (Bron: F. Vens. www.garesbelges.net). In 1952 schaften de Spoorwegen ook het goederenverkeer af op de spoorlijn tussen Roeselare en Beitem. In 1955 werden de spoorstaven op dat traject afgebroken. Tussen Beitem en Menen bleef nog wél goederenverkeer mogelijk tot in 1975. In 1978 werden ook daar de sporen opgebroken. Het gaaf bewaard gebleven oud-stationsgebouw van Beitem. De treinen passeren al jarenlang niet meer, zelfs de spoorstaven zijn allemaal verdwenen, maar het stationsgebouw 'Beythem-Statie ' (met de wachtzaal, de lokettenruimte en het woning van de stationchef), bestaat nog steeds, en is nu een woonhuis. Ook de herberg 'Beitem statie ' (1889), nu restaurant, is bewaard gebleven. De voormalige spoorwegbedding tussen Beitem en Menen werd later ingericht als fiets- en wandelpad met de naam Kezelbergroute. Het is een van de groene assen in beheer van de provincie West-Vlaanderen. Het gedeelte tussen Menen en de Franse grens bleef nog jaren in gebruik als industrieaansluiting en werd pas opgebroken in 2013. Het traject in Frankrijk, van de grens naar Tourcoing, was al langere tijd buiten dienst en deels opgebroken.
|