|
|
1ste eeuw v. Chr.
58-50 |
Onze streken, bewoond door de Keltische volksstam van de Menapiërs, worden veroverd door de legioenen van de Romeinse veldheer Julius Caesar. |
31-0 |
De Romeinse keizer Augustus deelt Gallië op in 4 provincies. Het huidige Beitem ligt binnen de grenzen van de meest noordelijke provincie "Gallia Belgica", met Reims als hoofdstad. |
|
Aanleg van de Romeinse heerbaan "Via Belgica" tussen Boulogne-sur-Mer (N.-Fr.) en Keulen (D.), via Bavay en Tongeren. |
1ste eeuw na Chr.
|
De Romeinse provincie "Gallia Belgica" wordt op haar beurt verdeeld in verscheidene districten, "civitates" geheten. Het huidige Beitem ligt op het grondgebied van de "civitas Menapiorum", met als hoofdplaats het huidige Kassel. |
|
Onder keizer Trojanus, in het begin van de eeuw, wordt een 2de parallel lopende heerweg getrokken tussen Boulogne-sur-Mer en Tongeren, dwars door zuidelijk West-Vlaanderen, langs Wervik, Menen en Kortrijk. |
2de eeuw
|
Op deze tweede heerweg Boulogne-Tongeren is er, even voorbij Kassel, in Reningelst, een aftakking (= "diverticulum") naar Aardenburg (Zeeuws-Vlaanderen, NL), via Abele (Watou), Poperinge, Woumen, Esen, Torhout en Brugge. |
3de eeuw
|
Aanleg van een secundaire (gallo-)romeinse heerweg, die de verbinding vormt tussen Menen en Torhout, en die het huidige Beitem van Noord naar Zuid doorkruist. |
297 |
De provincie "Gallia Belgica" wordt, onder keizer Diocletianus, opgesplitst in "Belgica Prima", in het oosten, en "Belgica Secunda" in het westen. Het grondgebied Beitem situeert zich binnen "Belgica Secunda". |
|
In de late Romeinse keizertijd wordt de hoofdplaats van het district "Civitas Menapiorum" verlegd van Kassel naar "Turnacum" (= Doornik). Het district heet voortaan "Civitas Turnacensium", naar de Latijnse naam van de nieuwe hoofdstad. |
5de eeuw
430 |
De Romeinse provincie "Gallia Belgica" wordt veroverd door de Salische Franken en gaat op in het rijk van de Merovingische koningen, met Doornik als hoofdstad. |
486 |
Clovis maakt van Doornik de zetel van een nieuw bisdom, waarvan de grenzen nagenoeg overeenkomen met die van het Romeinse district "civitas Turnacensium". Het bisdom bestrijkt een groot deel van het graafschap Vlaanderen (incl. het grondgebied van Beitem) en van Frans-Vlaanderen. |
7de eeuw
|
Systematische kerstening van onze streken door o.m. St.-Acharius, St.-Elooi en St.-Amandus. |
11de eeuw
|
Het graafschap Vlaanderen wordt bestuurlijk opgesplitst in kasselrijen (= burggraafschappen). Onze streek, waaronder Beitem, maakt deel uit van de kasselrij Ieper. |
1066 |
Oudste vermelding van "'t Hof t'Izegem", vanaf 1550 eigendom van de kasteelheer en graaf van Rumbeke. Tijdens het "Ancien Régime" (tot de Franse Revolutie, eind 18de eeuw) ligt het huidige Beitem grotendeels op het grondgebied van deze Rumbeekse heerlijkheid "'t Hof t' Izegem". |
12de eeuw
1116 |
Eerste schriftelijke vermelding van de parochie Rumbeke, die behoort tot het bisdom Doornik, maar waarvan de kerk valt onder het patronaat van de St.-Bertinusabdij van St.-Omaars. De parochie omvat, behalve het huidige grondgebied van Rumbeke (inclusief dat van de latere parochie Beitem), ook Oekene en Kachtem. |
1143 |
Oekene en Kachtem worden losgehaakt van de parochie Rumbeke om allebei zelfstandige parochies te worden. |
1146 |
Het uitgestrekte bisdom Doornik wordt ingedeeld in 2 aartsdiaconaten: dat van Doornik en dat van Vlaanderen. De parochie Rumbeke ligt binnen het aartsdiaconaat Vlaanderen. |
13de eeuw
1269 |
Stichting van het "Gasthuis ten Bunderen" op de wijk de Tuimelare (Moorslede). |
1272 |
In het bisdom Doornik wordt het aartsdiaconaat Vlaanderen in tweeën gesplitst: het aartsdiaconaat Brugge en het aartsdiaconaat Gent. De parochie Rumbeke (inclusief het huidige Beitem) wordt onderdeel van het aartsdiaconaat Gent en daarbinnen, van het decanaat Roeselare. |
14de eeuw
|
De kasselrij Ieper wordt opgedeeld in ambachten, o.m. West- en Oost-Ieperambacht. De parochie (gemeenten bestonden toen nog niet!) Rumbeke - het huidige Beitem inbegrepen - is gelegen in Oost-leperambacht. |
15de eeuw
1476 |
Bisschop Willem Fillastre van Doornik geeft de kloosterregel van St.-Augustinus en de bijhorende statuten aan de "Hospitaliere Zusters" van Ten Bunderen. |
16de eeuw
1559 |
De parochie Rumbeke (met inbegrip van het huidige Beitem) wordt losgekoppeld van het bisdom Doornik en maakt deel uit van het nieuwe bisdom Brugge, maar blijft behoren tot het decanaat Roeselare. |
1578 |
Tijdens de godsdienstoorlogen wordt het Gasthuis Ten Bunderen volledig vernield door de "Geuzen" (=protestanten). De zusters vluchten voor het geweld naar Rijsel en St.-Omaars. |
1582 |
De eerste schriftelijke vermelding van de herberg "De Meerlaan" langs de Oude Heerweg, op de plaats van het huidig "Melkerijtje". |
1587 |
De uitgeweken zusters van het gasthuis Ten Bunderen keren, na 9 jaren ballingschap in N.-Frankrijk, terug en vestigen zich in Ieper. Ze behouden al hun vroegere onroerende eigendommen in de brede omgeving van het Gasthuis op de Tuimelare. |
18de eeuw
1751-54 |
Onder het Oostenrijks Bewind wordt een kasseiweg tussen Brugge en Menen aangelegd, de huidige Meensesteenweg, die min of meer parallel loopt met de oude heerweg en die dwars door het huidige Beitem loopt. "De Meerlaan" wordt een van de barriereherbergen, waar tolgeld moet worden betaald. |
ca.1763 |
Bouw van de "Cruys-kapelle" ("Sinnesael's kapel"), op de hoek van de Meensesteenweg en de Veldstraat (nu Mgr. Catrystraat). |
1756 |
Pastoor-deken Petrus-Franciscus Valcke van Rumbeke sticht de Congregatie van de Zusters van St.-Vincentius a Paulo, die in de 19de en 20ste eeuw een bijklooster zullen hebben in Beitem en er les geven in de school. |
1768 |
Bouw van de Veldmolen (later in de volksmond"Beitemmolen" of "Sinnesael's molen" genoemd) naast de Veldstraat (nu Mgr. Catrystraat). |
1778 |
Openbare verkoop van de barriereherberg "De Meerlaan". Pieter-Joseph Muylle, de huurder ervan, wordt de nieuwe eigenaar. |
1783 |
De Oostenrijkse keizer Jozef II schaft de contemplatieve orden af, o.m. die van de zusters van Ten Bunderen in Ieper. De zusters worden uit hun kloosterpand verdreven en al hun roerende en onroerende goederen, ook die in en rond het huidige Beitem, worden door de overheid in beslag genomen. |
1785 |
Een van de uitgedreven zusters van Ten Bunderen gaat naar Moorslede om er de leiding op zich te nemen van een armenschool en de bijhorende groep van 4 godvruchtige juffrouwen. In de loop van de 19de eeuw zal het klooster in Moorslede uitgroeien tot een imposant gebouwencomplex tussen het kerkplein, de Dadizelestraat, de Ieperstraat (de huidige Zesde Jagersstraat) en het Kerkstraatje. |
1789 |
Pieter-Joseph Muylle, eigenaar van de herberg "De Meerlaan", koopt enkele tientallen hectaren van het "Oostvelt-busch" alsook een groot aantal in beslag genomen akkerlanden van Ten Bunderen, aan weerszijden van de Meensesteenweg. |
1795 |
De parochie Rumbeke wordt tijdens het Frans Bewind (1794-1815) een gemeente, met het grondgebied van Beitem gelegen in het zuid-westen ervan. |
1797 |
P.-J. Muylle koopt vanaf 1797 stelselmatig verbeurdverklaarde landerijen van het vroegere Gasthuis Ten Bunderen op, waarvan de meeste zijn gelegen op het huidig grondgebied van Beitem. |
19de eeuw
1800 |
Openbare verkoop in Brugge van de geconfisqueerde Gasthuishoeve (plus 27 ha landbouwgrond, weiden, bossen en vijver) van de Zusters van Ten Bunderen. |
1801 |
Door het Concordaat tussen de H. Stoel en de Franse keizer Napoleon wordt het bisdom Brugge afgeschaft en ressorteert de parochie Rumbeke (waarvan het huidige Beitem een deel is) onder het bisdom Gent, binnnen het decanaat Roeselare.
|
1803 |
Vijf bewoners van de Koolbrandershoek, die deel uitmaken van de roversbende van Baekelandt, worden samen met 19 andere bendeleden ter dood veroordeeld en onthoofd onder de guillotinne op de markt van Brugge. |
1807 |
P.-J. Muylle verlaat "De Meerlaan" en neemt, met vrouw en kinderen, zijn intrek in het Brouwershof", een nieuw herenhuis met brouwerij dat hij heeft laten optrekken aan de overkant van de Meensesteenweg, op de hoek van de Meerlaanstraat.
|
1809 |
Pastoor Vanden Eeckhoutte laat de 1ste school van Beitem optrekken, op de hoek van de Meensesteenweg en de Ieperseweg (waar ooit de driewoonst stond met de herberg "De Steenbakkerij"). Zr. Anna-Theresia Weens van het klooster van Rumbeke betaalt het stuk grond en de bouwkosten voor deze Meerlaanschool.
|
1819 |
Brouwer P.-J. Muylle laat, na het overlijden van de pachter, zijn eeuwenoude barriereherberg "De Meerlaan" slopen. Op dezelfde plaats komt een groot woonhuis (waar de boerderij van Foulon staat). Aan de overkant van de Meerlaanstraat richt Muylle een nieuwe herberg "De Meerlaar" op. |
1834 |
Na de Onafhankelijkheid van België wordt het bisdom Brugge heropgericht. De parochie Rumbeke (incl. het grondgebied van het latere Beitem) maakt er opnieuw deel van uit, binnen het decanaat Roeselare. |
1865 |
De Brugse bisschop Faict stuurt priester Henri-Amand Desmedt naar de Meerlaan-wijk om er een kerk te bouwen. Charles Beheyt, eigenaar van het Brouwershof, stelt gratis een stuk grond ter beschikking, 2 km zuidwaarts, ter hoogte van de huidige dorpsplaats. Zijn broer Petrus, eigenaar van een steenbakkerij, schenkt 600.000 bakstenen voor de kerk. |
1866 |
Mgr. Faict komt persoonlijk de half-afgewerkte kerk inzegenen, en H.-A. Desmedt wordt benoemd tot proost. In die tijd ontstaat de naam van het dorp, nl. Beheythem (afgeleid van Beheyt, de familienaam van de 2 weldoeners), later afgekort tot Beythem en tenslotte Beitem. |
1867 |
Een eerste zuster-onderwijzeres van Rumbeke, Zr. Aloysia Vansteenkiste, komt naar Beitem om er de leiding over te nemen van de Meerlaanschool, dit op vraag van proost Desmedt. |
1881 |
Temidden van de Schoolstrijd (1879-1884) worden de 4 zusters, de leerlingen en de hele inboedel van de Meerlaanschool - op bevel van de rechtbank - op straat gezet. Nog datzelfde jaar opent, nabij de kerk van Beitem, een nieuwe St.-Lodewijksschool haar deuren. Naast deze school richt het Rumbeekse moederklooster van St.-Vincentius a Paulo zijn 1ste bijhuis op, bewoond door 4 zusters-schoolmeesteressen. |
1884 |
De Rumbeekse gemeenraad schaft "d'oude schole" aan de Meerlaan af en laat het jaar daarop het pand ombouwen tot een driewoonst. |
1888 |
Proost Desmedt laat bij zijn dood een grote schuldenlast achter. Op bevel van de rechtbank worden de kerk van Beitem en de hele inboedel openbaar verkocht. De Rumbeekse schepen en fabrikant Louis Leyn (eerder al de gulle weldoener van de school) koopt alles op voor een bescheiden bedrag. Ook de pastorie en de patronage gaan onder de veilingshamer, waarbij een rijke dame uit Roeselare het hoogste bod doet. Beide weldoeners schenken nadien alles terug. |
1889 |
Officiële oprichting van de St.-Godelieveparochie van Beitem. De 3 naburige parochies Moorslede, Rumbeke en Ledegem staan een deel van hun territorium af. De bisschop benoemt de uit Moorslede afkomstige priester en ex-missionaris Désiré Callaert tot eerste pastoor van Beitem. |
|
Aanleg van de spoorlijn Roeselare-Menen. Een van de stopplaatsen is Beythem-Statie in de huidige Iepersestraat.
|
20ste eeuw
1903 |
Onderpastoor Louis Van Sluys laat de vervallen "Sinnesael's kapel" afbreken en heropbouwen. |
1909 |
Charles Beheyt, de eigenaar van het "Brouwershof" koopt de huizenrij, die in de plaats kwam van de Meerlaanschool. Hij vestigt in het rechterhoekhuis een café "De Steenbakkerij", waar hij uiteraard het bier levert. |
1914-18 |
Tijdens Wereldoorlog I gebruiken de Duitsers een tijdlang de kerk van Beitem als voedsel- en munitiedepot. De bevoorrading verloopt via een smalspoorbaantje vanuit Beitem-statie. De kapel van de patronage doet dienst als noodkerk. Het "Brouwershof" aan de Meerlaan wordt ingericht als veldhospitaal voor gewonde frontsoldaten. |
|
Vanaf eind 1917 komt het front dichterbij en heeft Beitem zwaar te lijden onder het zware artillerievuur van de gealliëerde troepen. Er zijn tal van burgerslachtoffers. De zusters slaan op de vlucht naar Kwatrecht. Op bevel van de Duitse bezetter wordt héél Beitem ontruimd. |
|
Tijdens het gealliëerde slotoffensief wordt Beitem op 14 oktober 1918 bevrijd door een compagnie van het 3de Jagersregiment te voet. Het dorp is herschapen in één ruïne. Alle grote gebouwen (de kerk, het klooster, de school, de Veldmolen, enz.) en talrijke huizen, niet enkel in de dorpskom maar ook elders in het dorp zijn helemaal of deels in puin geschoten. |
1918-28 |
Na de wapenstilstand van 11 november 1918 begint - met schadevergoedingsgeld van de staat voor de "verwoeste gewesten" - de moeizame wederopbouw van Beitem, die zal duren tot 1928. In de school zijn de overeind gebleven klaslokalen vrij snel opgeknapt. In 1921 wordt een nieuwe school gebouwd en is het klooster weer bewoonbaar voor de zusters. In 1922 is de huidige kerk opgetrokken. |
|
In Moorslede blijven van het klooster van Ten Bunderen slechts enkele muren overeind. De zusters verhuizen in 1923 naar een nieuw kloostergebouw in de Stationsstraat. |
1940-45 |
Tijdens Wereldoorlog II wordt Sinnesael's kapel totaal verwoest. In 1945 laat pastoor C. Lourdault de huidige driehoekige bakstenen kapel metselen. |
1948-52 |
De stoomtreinen op de lijn Roeselare-Menen worden vervangen door "mazoutjes", een soort brede trams met dieselmotor. Eind oktober 1950 wordt het reizigersvervoer stopgezet, en vanaf 1952 ook het goederenverkeer op het traject Roeselare-Beitem.
|
1960-62 |
Volledige modernisering en uitbreiding van de St.-Lodewijksschool. |
1966 |
De school wordt bestuurlijk gesplitst. Een zuster is directrice van de 4 meisjesklassen en 3 kleuterklassen. Meester Jacques Pattyn wordt de eerste leken-directeur van de jongensklassen, en in 1975 van de héle school. |
1975 |
Het goederenverkeer op het spoorwegtraject tussen Beitem en Menen wordt opgeheven. |
1979 |
Op 1 januari worden Rumbeke (inclusief de 2 kerkgehuchten Beitem en de Zilverberg), Beveren en Oekene deelgemeenten van de fusiegemeente Roeselare. In datzelfde jaar wordt de driewoonst van "De Steenbakkerij" (waar ooit de eerste Beitemse school stond) gesloopt. |
1980 |
Zr. Caecilia, de laatste zuster-onderwijzeres, stopt met lesgeven. De 3 zusters van het bijhuis in Beitem behartigden nog enkele de vele materiële belangen. |
1988 |
De 2 nog overblijvende zusters Caecilia en Raymonda in Beitem verhuizen naar hun moederklooster in Rumbeke. |
21ste eeuw
2007 |
De al jaren leegstaande herberg "De Meerlaar", op de hoek van de Meensesteenweg en de Meerlaanstraat, wordt met de grond gelijk gemaakt. |
2006 |
De St.-Lodewijksschool viert in mei haar 125-jarig bestaan. Vanaf 1 september maakt de Vrije Basisschool Beitem (VBB) deel uit van de scholengroep Arkorum. |
2010 |
Op 25 juni overlijdt op 90-jarige leeftijd Marie-Jeanne Beheyt (in de volksmond "Madamke Beys"), die ooit talloze eigendommen en huizen bezat in ons dorp, en wordt begraven in de familie-grafkelder op het kerkhof van Beitem. |
2014 |
Het "Brouwershof" aan de Meerlaan wordt door een vastgoedmakelaar afgebroken. Op 28 mei verlaten de 2 laatste zusters van de Congregatie van St.-Vincentius a Paulo (die 258 jaar bestond), hun klooster in Rumbeke en voegen zich bij de Congregatie van de Zusters van Maria in Ingelmunster. |
2015 |
Na het opstarten van een Facebook-groepspagina "Van Beheythem tot Beitem" verschijnt er ook een website over "Het verleden van Beitem". |
2016 |
Per 1 januari wordt de parochie Beitem - na 127 jaar, zonder enige voorafgaande bevraging van de inwoners! - door het bisdom Brugge simpelweg opgedoekt. |
|